‘Het is uniek, dat je op je 27e noodgedwongen je actieve carrière beëindigt, een jaar later wordt gevraagd of je als bondscoach baanwielrennen wilt instappen en de sporters, waarmee je vlak daarvoor nog in de nationale selectie zat, dat ook accepteren’. Die zeldzaamheid kreeg voor Hugo Haak ook nog eens een buitengewoon vervolg, want twee jaar later droegen de baanwielrenners onder zijn leiding het meest bij aan de historische medailleoogst tijdens de Olympische Spelen in Tokio. Renners die elkaars teamgenoten, vrienden én rivalen zijn. ‘Het is balans zoeken tussen concurreren en samenwerken.’
Als actief baanwielrenner won Hugo Haak op het onderdeel Teamsprint goud op het EK van 2015 en zilver op het WK van 2016. Eind 2017 zette hij een punt achter zijn loopbaan, vanwege fysieke problemen. Een maand later trad hij in dienst van de KNWU, als assistent-bondscoach. Tegelijkertijd begon hij, vanuit NOC*NSF, aan een coaching-opleidingstraject. Bijna weer een jaar later stelde de WielerUnie Haak aan als de nieuwe bondscoach. De snelle successen leverden hem in 2019 al de titel Nederlands Coach van het Jaar op. ‘De ploeg die nu onklopbaar is, daar heb ik zelf deel van uitgemaakt. Ik ken die gasten door en door. Dat is mijn allergrootste voordeel. Ik ‘kan ze lezen’ en weet hoe ze denken.’
2021 werd een goudomrand jaar. De Nederlandse baanwielrenners hadden het grootste aandeel in de historische medailleoogst van de vaderlandse sporters tijdens de Olympische Spelen van Tokio. Enkele maanden later vergaarden de renners van de dan 29-jarige coach opnieuw talrijke (gouden) medailles tijdens het WK in Frankrijk. ,,In de aanloop naar de Spelen en dat WK waren we ook al onverslaanbaar, dus moesten we op die grote evenementen dealen met de verwachtingen en status van favoriet. Dat maakt de prestaties en medailles extra bijzonder.”
‘Als sporter denk je er beeld bij te hebben wat een coach doet, maar eigenlijk heb je totaal geen idee wat er allemaal bij komt kijken. Je maakt tijdens grote evenementen op de baan dagen van zeven uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Niet om te piepen hoor, dat hoort er gewoon bij. Maar het gaat ook om alles daar omheen. En je kunt nooit verslappen. Je verleent niet zomaar een dienst, het moet maatwerk zijn. Niemand verdient het om een coach te krijgen die maar op negentig procent van zijn kunnen zit. Ik wil daarin altijd de beste versie van mijzelf zijn. Daarbij help je mensen om het beste uit zichzelf te halen. Het groepsgevoel moet sterk zijn. Maar ondertussen moeten ze elkaar ook op willen vreten tijdens wedstrijden. Kijk naar Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland. Zij streden op de Spelen en het WK samen maar ook in de finale tegen elkaar. Zij zijn collega’s, maar ook concurrenten. Die balans tussen samenwerken en elkaar bestrijden moeten we altijd houden. Als we als team te lief voor elkaar zijn, maken we elkaar niet snel genoeg beter. Maar we moeten elkaar ook niet de tent uitvechten, waardoor niemand meer met elkaar wil trainen. Daar ben ik de hele dag op aan het sturen.’
In 2021 werd Hugo Haak voor het tweede jaar op rij verkozen tot Coach van het Jaar. De Nederlandse baanwielrenners zijn tijdens het Sportgala verkozen tot Sportploeg van het jaar. Onder leiding van Haak wonnen de baanwielrenners de afgelopen jaren veel titels op grote toernooien. Bij de Olympische Spelen van 2021 in Tokio veroverden de Nederlandse teamsprinters het goud. Individueel werden Harrie Lavreysen en Shanne Braspennincx olympisch kampioen.
Tussen de sporter en de bondscoach Hugo Haak zat nog geen jaar. Hij (her)kent daarom als geen ander de belevingswereld van beide, van zowel de werknemer als de leidinggevende. In zijn presentatie neemt hij het publiek mee, in het zadel, op volle snelheid, zelf trappend, maar ook in de rol van coach, aan de kant. ‘Waar we veel mee te maken hebben binnen onze sport, is de dunne lijn tussen de individuele en de teamdiscipline. Hoe ga je om met individuele toppers, die voor een gouden medaille kunnen gaan, maar vanaf dag één met elkaar moeten samenwerken om teamgoud te halen? En met de impact die die dynamiek heeft. Er zijn heel veel paralellen te trekken van de sport naar het bedrijfsleven. De kennisdeling is interessant, maar ik wil tevens andere verhalen ophalen. Want het leerproces stopt nooit.’