Als tiener drong zij met haar betoverende en spontane uitstraling miljoenen huiskamers binnen: Ranomi Kromowidjojo. Haar achternaam betekent in het Javaans ‘opeenvolgende overwinning’ en ze groeide inderdaad uit tot de koningin van de korte afstand. Tijden waren voor haar niet heilig, het proces wel. Ze vertrouwde haar levenslessen, in en buiten het water, toe aan het papier van het boekje dat overal mee naar toe ging. ‘Dat gaat niet alleen over de weg naar het goud; ook over alle obstakels, op sportief en persoonlijk vlak.’ Ranomi wil mensen helpen. ‘Iets waardevols meegeven aan jonge zwemmers, maar ook aan mensen in het bedrijfsleven. Over omgaan met tegenslagen, met collega’s, vervelende situaties. Hoe vorm je jouw mindset, waar word je gelukkig van, wat wil je met je leven? Ik kan praktische tips en tools aanreiken om persoonlijke groei te stimuleren.’
Al in 2005 debuteert Ranomi Kromowidjojo op 15-jarige (!) leeftijd op het EK. Ze behaalt vervolgens op de 4 x 100 meter vrije slag Olympisch goud met het estafetteteam, waarmee zij tevens Europees en wereldkampioen wordt. Tijdens de Olympische Spelen van Londen in 2012 zwemt Ranomi zich tussen de grootste zwemmers van Nederland allertijden door twee gouden medailles en één zilveren te winnen. Het fenomeen zegeviert op de 50 en 100 meter vrije slag.
Na de wat tegenvallende resultaten tijdens de Olympische Spelen van Rio de Janeiro herpakt Ranomi zich en zwemt in 2017 een opvallend wereldrecord: zij is de eerste zwemster ooit die op de 50 meter vrije slag (korte baan) onder de 23 seconden blijft. Op die afstand wordt zij in zowel 2018 als 2020 wereldkampioen. Bij haar vierde Olympische Spelen eindigt zij als vierde en dat evenement in Tokio is tevens haar laatste grote wedstrijd. ‘De passie voor het water blijft.’
Ranomi was in 2023 te zien in het 23e seizoen van ‘Wie is de mol’, hier werd ze uiteindelijk verliezend finalist. Momenteel begeleidt ze toptalenten bij de zwembond KNZB.
Op haar kenmerkende enthousiaste wijze vertelt Ranomi Kromowidjojo over thema’s als grenzen verleggen, presteren onder druk, omgaan met tegenslagen en ambitie. ‘Ik was een verlegen meisje en heb moeten leren assertief te zijn. Leren grenzen te stellen én aan te geven, leren ‘nee’, te zeggen. Maar ik leerde ook kijken naar waar word ik blij van, wat levert of kost me energie en wat heb ik tegen mezelf gezegd of tegen anderen om met bepaalde processen om te gaan.’
